Auteur: Sandra de Vliegh, voor het AD
Een van de Rotterdamse meervleermuizen. Het is volgens Bureau Stadsnatuur heel bijzonder dat er een kolonie van deze schaarse dieren in Rotterdam verblijft. © André de Baerdemaeker
Dat is tof: zeldzame vleermuizen in... Zuidwijk!
Rotterdam-Zuid mag trots zijn. Van alle mooie natuur in deze regio heeft de zeldzame meervleermuis een flatje in Zuidwijk uitverkoren als ‘home sweet home’. Deze zomer hebben zo’n veertig vrouwtjes er in een spouwmuur hun jongen grootgebracht. Het Rotterdamse Bureau Stadsnatuur spreekt van een heel bijzondere ontdekking.
Onderzoeker André de Baerdemaeker van Bureau Stadsnatuur: ,,Het zou me niet verbazen als ze in Rotterdam in meer spouwmuren zitten.’’ © Archieffoto Jan de Groen
De meervleermuis komt voor in grote delen van Europa, maar ze zijn schaars. Groot was dan ook de verrassing toen er deze zomer een flinke kolonie van zo’n zeventig dieren werd gevonden in de spouwmuur van een flatje in Rotterdam-Charlois. ,,Dat hadden we echt niet verwacht’’, zegt onderzoeker André de Baerdemaeker van het Rotterdamse Bureau Stadsnatuur. De exacte verblijfplaats wordt geheim gehouden, zodat de vleermuizen niet kunnen worden gestoord.
,,Dit zijn heel kwetsbare dieren, die leven in landelijk gebied bij open en schoon water met veel insecten’’, weet hij. ,,Die verwacht je zeker niet in Zuidwijk, midden in de grote stad. Vanuit biologisch en ecologisch perspectief is dit een heel bijzondere ontdekking. Is het een trend? Biedt de stad kansen voor deze kwetsbare soort? We gaan hier zeker over publiceren in vakbladen.’’
‘Nachtje Rotterdam’
Meervleermuizen waren al weleens waargenomen in de Maasstad, waar duizenden vleermuizen leven. ,,Die deden waarschijnlijk een ‘nachtje Rotterdam’, dachten we altijd, of waren op doortocht. Totdat we er vorig jaar al heel vroeg op de avond in het Zuiderpark opeens tien zagen. Die moesten in de buurt zitten”, zegt De Baerdemaeker. ,,We hebben er na toestemming eentje gevangen. Dat was een vrouwtje, die aan haar opgezette melkklieren te zien duidelijk jongen had. Haar hebben we een zendertje gegeven.’’
De kleine dame leidde de onderzoekers uiteindelijk naar haar huisje in Zuidwijk, waar ze woonde met nog veel meer vleermuizen. De groep is de afgelopen maanden door ecologen van Bureau Stadsnatuur, onderdeel van het Natuurhistorisch Museum Rotterdam, nauwlettend in de gaten gehouden. Zo weten ze dat de zoogdieren ‘s nachts graag eten in het Zuiderpark. Ook fladderen ze op zoek naar insecten naar het Zuidelijk Randpark bij de Pendrechtse Molen.
Waterrijke natuurgebieden
,,We associëren meervleermuizen toch vooral met waterrijke natuurgebieden, niet met stadsparken. Dat deze vleermuizen nu ook in de stad leven, zegt iets over de kwaliteit van de stad als leefgebied’’, zegt Niels de Zwarte, hoofd van Bureau Stadsnatuur. Vanuit biologisch en ecologisch perspectief is dit een heel bijzondere ontdekking. Collega De Baerdemaeker: ,,Ook opmerkelijk: om in de parken te komen, moeten ze eerst de stad door. Terwijl meervleermuizen erg lichtschuw zijn. Kennelijk hebben ze er niet zo veel last van of hebben ze een veilige donkere route door Zuidwijk gevonden.’’
Het Zuiderpark is de plek waar de vleermuizen uit Zuidwijk ‘s nachts graag hun rondjes vliegen om er insecten uit de lucht te pakken.
De dieren zitten in de spouwmuur. ,,In de buitenmuur heb je van die open voegen. Eén voeg is net groot genoeg om doorheen te kunnen. Ook dwergvleermuizen vind je vaak in spouwmuren. De flatbewoner bij wie ze zitten, vindt het trouwens prima. Hij had nooit iets gemerkt. Het zou me niet verbazen als ze in Rotterdam in meer spouwmuren zitten. Mochten mensen dit voorjaar iets zien fladderen, meldt het ons vooral.’’
De dieren zijn inmiddels vertrokken voor hun winterslaap. De grotten in Limburg en de bunkers aan de kust zijn favoriet voor deze rustperiode. Dit voorjaar worden ze terug verwacht in Zuidwijk. Tenminste, dat hoopt De Baerdemaeker. Hij maant tot voorzichtigheid: ,,Dit type flatgebouwen wordt tegenwoordig vaak gerenoveerd. Het zou eeuwig zonde zijn als hierbij geen rekening wordt gehouden met het welzijn van deze bijzondere vleermuizen.”