Inleiding
Vrijwel iedereen heeft wel eens een vleermuis gezien: 's avonds in de tuin, op straat of in het park. In de schemering komen ze te voorschijn om als ware luchtacrobaten achter muggen en motjes aan te jagen. Voor sommige mensen een fascinerend tafereel, voor anderen een ware nachtmerrie: de vleermuis. Vleermuizen roepen bij veel mensen akelige gedachten op. Zo zouden vleermuizen in je haren vliegen en je aanvallen om bloed te zuigen en zouden ze allerlei ziektes verspreiden. Niets is echter minder waar. Het gezegde ‘onbekend maakt onbemind’ gaat zeker voor vleermuizen op. Dat vleermuizen heel bijzondere dieren zijn en een belangrijke plaats in de natuur innemen, beseffen maar weinig mensen.
Op deze website kun je lezen dat vleermuizen de enige vliegende zoogdieren zijn en vind je informatie over hoe ze leven, hoe ze in het donker kunnen zien waar ze hun verblijfplaatsen hebben, hoe ze de winter overleven, wat ze eten en hoe ze jagen. De meeste informatie heeft betrekking op de vleermuizen die in Nederland voorkomen, maar er wordt ook wat verteld over vleermuizen wereldwijd.
De wetenschappelijke naam voor de Orde der vleermuizen is Chiroptera, dit betekent "handvleugelig". Vleermuizen worden onderverdeeld in de Megachiroptera en de Microchiroptera, dus de grote handvleugeligen en de kleine handvleugeligen. Vleermuizen zijn de enige zoogdieren die echt kunnen vliegen. Om te kunnen vliegen hebben vleermuizen vleugels. De vlieghuid is op de foto hiernaast goed te zien. De ‘vleugel’ of vlieghuid is tussen arm en vingers gespannen en loopt door tot de achterpoten. De onderarm en vingers zijn hiertoe sterk uitgegroeid. Ook de staart is in de vlieghuid opgenomen, alleen de duimen en de voeten zijn vrij. In tegenstelling tot de vleugels van vogels bestaan de vleugels van vleermuizen niet uit ‘dood’ materiaal, maar uit een levende leerachtige huid met pezen en bloedvaten. De meeste vleermuizen klappen hun vleugels helemaal in als ze niet vliegen. Andere vleermuizen (zoals de grote hoefijzerneus) vouwen hun vleugels zelfs om zich heen. Vleermuizen vormen binnen de Klasse der zoogdieren een grote groep (Orde), zowel in het aantal soorten als het aantal vleermuizen in totaal. Van de Orde der vleermuizen zijn op dit moment ongeveer 925 soorten bekend. Met betrekking tot de aantallen vleermuizen (dus alle vleermuizen opgeteld) zijn er zo veel vleermuizen dat één op de vijf zoogdieren een vleermuis is. Vleermuizen komen over heel de wereld voor, met uitzondering van de poolgebieden.
Grote handvleugeligen
De meeste grote vleermuizen behoren tot de Megachiroptera (tegenwoordig meestal Pteropodidae genoemd). Wereldwijd zijn 166 soorten Megachiroptera bekend. De Megachiroptera worden ook wel vliegende honden of kalongs genoemd. Deze groep bestaat uit overwegend grote soorten. De grootste heeft een spanwijdte van 1,70 meter en weegt bijna een kilo. Maar niet alle Megachiroptera zijn groot: sommige zijn niet groter dan een muis. Een belangrijk verschil met de Microchiroptera is dat de Megachiroptera geen echolocatie gebruiken. Megachiroptera hebben grote ogen en vinden hun weg in het donker op zicht in plaats van op geluid. De meeste soorten leven van fruit, sommige ook van stuifmeel en nectar. Megachiroptera komen alleen voor in Afrika, Azië, Australië en sommige eilanden van Oceanië.
Kleine handvleugeligen
De meeste kleine vleermuizen behoren tot de Microchiroptera. Hiervan zijn 759 soorten bekend, die zijn ingedeeld in 17 families. Sommige families bestaan maar uit één soort. De familie van de Vespertilionidae is de grootste familie met 318 soorten. Bijna alle in Europa en Nederland voorkomende soorten behoren tot deze familie. Microchiroptera verschillen erg in grootte. Er zijn hele kleine vleermuizen bij, zoals de hommelvleermuis (Craseonycteris thonglongyai). Dit is de kleinste vleermuis ter wereld: hij weegt maar 2 gram en past makkelijk in een vingerhoedje. Andere zijn groter dan sommige Megachiroptera. De grootste Microchiroptera is de Onechte Vampier (Vampyrum spectrum). Deze vleeruis, die jaagt op vogels, muizen en andere vleermuizen, heeft een spanwijdte van bijna één meter. De australische Ghost Bat (Macroderma gigas) behoort ook tot de grootste Microchiroptera (zie foto).
Ook met betrekking tot het uiterlijk zijn er veel verschillen in Microchiroptera. Er zijn vleermuizen met kleine oren en grote oren, vleermuizen met allerlei aanhangsels op hun neus en zonder aanhangsels, vleermuizen met rare huidflappen onder hun kin, vleermuizen met gerimpelde bekken en gewone bekken, vleermuizen in allerlei kleuren, etcetera. Maar alle Microchiroptera gebruiken een vorm van echolocatie, wat ze onderscheidt van de Megachiroptera.