Uiterlijk
De grijze grootoorvleermuis (Plecotus austriacus) is een middelgrote vleermuis met opvallend lange oren. De spanwijdte meet 25-30 cm. Een grijze grootoorvleermuis weegt 7-14 gram en heeft een grijze vachtkleur, met een vrij sterk contrast tussen de lichte buik en de donkere rug. De kop heeft een erg donker, bijna zwart 'masker' over de ogen. We kunnen deze soort makkelijk verwarren met de gewone of bruine grootoorvleermuis. Zie hieronder voor de belangrijkste verschillen.
Biotoop en jachtgedrag
De grijze grootoorvleermuis lijkt sterk aan menselijke nederzettingen gebonden. Dit in tegenstelling tot de gewone grootoorvleermuis, die meer biotooptypen benut. De soort is in Nederland alleen in gebouwen aangetroffen, maar dat kan ook te maken hebben met het feit dat we geen andere verblijfplaatsen kennen of dat we deze niet kunnen inspecteren. Waar de grijze grootoorvleermuis bij voorkeur jaagt is niet goed bekend. Vanwege de zachte sonar is het een moeilijke soort om met de batdetector op te sporen; bovendien is de sonar niet te onderscheiden van die van de bruine grootoorvleermuis. De grijze grootoorvleermuis jaagt op verschillende manieren: in meer open gebieden met een golvende vlucht, vaak dicht bij de grond; in boomkronen met een vrijwel loodrechte vlucht omhoog; in gebouwen vaak biddend op prooien. De jacht wordt regelmatig onderbroken voor rust-, poets- of eetpauzes in gebouwen. Net als de gewone grootoorvleermuis eet de grijze grootoorvleermuis veel grotere insecten zoals nachtvlinders. Deze spoort hij op aan de hand van de geluiden die deze insecten zelf maken (vandaar de grote oren) en plukt hij uit de vegetatie. Het opeten ervan is een klus die hangend moet gebeuren. De grijze grootoorvleermuis verplaatst zich van de ene naar de andere foerageerplek met een rechte, snelle vlucht op een hoogte van maximaal circa tien meter. Bij regen blijft hij binnen en foerageert daar dan ook.
Verspreiding
In Nederland is de grijze grootoorvleermuis alleen ten zuiden van de grote rivieren bekend. Er zijn oude waarnemingen uit de Betuwe, maar ondanks een inmiddels hervat kerkzolderonderzoek in dat gebied hebben is hij daar nog niet aangetroffen. In 1995 is -als uitzondering- een vrouwtje in Bovenkarspel in Noord-Holland aangetroffen. Dit was naar alle waarschijnlijkheid een geval van 'versleping'; we vermoeden dat dit dier is meegelift uit Oost- of Midden-Europa met een groente- of fruittransport van of naar de veiling in die plaats.
In Limburg is de verspreiding goed bekend. Daar vinden we hem op een aantal kerkzolders. In het totaal zijn er 3 (kraam)kolonies bekend in deze provincie. Recente inventarisaties in Zeeuws-Vlaanderen hebben slechts een enkele waarneming van de grijze grootoorvleermuis opgeleverd. We schatten dat de totale Nederlandse populatie ergens tussen de 25 en 100 dieren telt. Wanneer er meer uit Noord-Brabant bekend wordt, kunnen deze aantallen hoger komen te liggen.
Onderscheid met Bruine grootoorvleermuis
Hoe onderscheid je een grijze grootoorvleermuis van een bruine? Het meest betrouwbare onderscheid leveren de maten van de schedel en de vorm van de penis. Bij levende dieren die je niet in de hand hebt is het redelijk goed mogelijk het verschil te zien voor ervaren waarnemers, omdat beide dieren toch een geheel ander voorkomen heeft. Wat meteen opvalt is het donkere, bijna zwarte, gezichtsmasker, de vrijwel geheel zwarte tragussen (oorklepjes) en de relatief spitse snuit. Het verschil in kopvorm tussen beide soorten is het verschil in de vorm van de cabine van een gemiddelde Amerikaanse vrachtwagen (de grijze) en een Europese vrachtwagen (de bruine): langgerekt versus compact en stomp. In onderstaande tabel staan de verschillen weergegeven. Bij het determineren op basis van deze kenmerken is voorzichtigheid de beste houding: de verschillen zijn relatief klein en daardoor ligt de mogelijkheid van een foute determinatie op de loer!
Determinatiekenmerken grootoorvleermuizen
Lichaamskenmerk | Grijze grootoorvleermuis | Bruine grootoorvleermuis |
Kop | ||
- huidskleur snuit |
Donker (grijs-roze tot bruin-zwart) |
Licht (vleeskleurig) |
- wrat bij oog |
klein |
groot |
- vorm snuit |
langgerekt, spits |
stomp |
Oren | ||
- tragus (oorklepje) |
grotendeels of geheel donker gepigmenteerd |
niet of nauwelijks donker gepigmenteerd |
Vachtkleur | ||
- rug |
licht- tot donkergrijs |
geelachtig tot roodachtig bruin |
- buik |
witachtig tot witgrijs |
gelig/bruinachtig wit tot geel-beige |